Arthur & Boris: de stilte wordt doorbroken
- onceaweeknl
- 6 mrt 2022
- 4 minuten om te lezen
De wekker gaat al vroeg en voor het eerst na een lange tijd heb ik weer zin om op te staan. En dat op dit onmenselijke tijdstip.
Ik schuif de gordijnen een paar centimeter uit elkaar en zie dat het nog pikkedonker is. Er loopt niemand over straat, op een paar vogels na is er niks te horen. De perfecte ingrediënten om er tussenuit te knijpen. Ze zullen nog wel zo zijn dat ze er vanuit gaan dat je weggelopen bent om jezelf van het leven te beroven. Als stille prater en goede luisteraar, hoor je meer dan anderen. En helaas is het de keiharde realiteit dat bejaard zijn niet alleen maar rozengeur en maneschijn is. Mensen zeuren over het krijgen van rimpels, de grijze haren en het vieren van zijn of haar verjaardag, dat elk jaar een grotere klap in hun gezicht is.
Ik vond het mooi, hoe mijn coupe steeds meer veranderde, ik was blij dat ik ouder mocht worden en begreep het gezeur niet van andere mensen. En ik ergerde mij al helemaal aan het feit dat niemand mij ooit verteld had wat wel oprecht de negatieve kanten waren van het oud worden, nog ouder worden en zo oud worden dat je niet meer op jezelf kan wonen. Zeggen ze al snel trouwens. En die gedachtes spoken jaren later nog altijd door mijn hoofd.
Ik moest afscheid nemen van mijn huis, terwijl ik er voor altijd had willen blijven. Het was het droomhuis van mijn vrouw en doordat we beide succes hadden in ons werk, konden we uiteindelijk na een lange tijd onze handtekeningen op papier zetten. We hadden het goed, we gingen goed. Maar helaas is de realiteit dat het leven niet alleen maar mooie noten speelt.
We hadden allebei een kinderwens, maar na jaren proberen en echt alles te hebben geprobeerd, waren we kapot. En nee, niet fysiek, ik hoor je al lachen. We zaten er mentaal doorheen, en elke negatieve test was weer een klap die 'even' verwerkt moest worden. We hadden even geen behoefte om te denken aan adoptie, we gingen ons weer focussen op wat ons gelukkig maakte en werkten hard voor onze centen. We hielden dan ook beide van lekker eten, leuke kleding en allerlei activiteiten. We waren dan ook niet echt een stel wat erg op ons geld lette. We spaarden wel, maar Chantal was in de jaren veel losser geworden. Ze was als klein meisje streng opgevoed, maar als volwassenen vrouw had ze het roer omgegooid. Ze wou genieten, ze wou leven. En voor haar was sparen geen leuke optie.
Allebei vonden we weer de dingen waar we van genoten, we hadden een punt achter onze kinderwens gezet. Chantal was gelukkig. En gelukkig en gezond zijn was het enige wat telde was haar mening. Je kon niet alles in het leven hebben.
Ons leven was een attractie voor volwassenen mensen, waar je minimaal een bepaalde lengte voor moet hebben. Scherpe bochten, en harde snelheden die ons naar boven en beneden trok.
Ik werd na een paar jaar ziek. Het was darmkanker. En toen begon eigenlijk pas de achtbaan. Eigenlijk was ons leven een pretperk, met leuke en vreselijke attracties. Helaas stapten we toen in een vreselijke, die je wel de sloomste kan noemen. Helemaal geen pret aan dus.
Weer gingen er jaren voorbij en op wonderbaarlijke manier was ik genezen. Het was voorbij. En het moment dat we dat samen hoorden, had ik haar nog nooit zo hard zien lachen en huilen tegelijkertijd. Het was één van de mooiste momenten uit mijn leven. We konden weer vooruit kijken. En dat deden we graag. Dat was een lange periode lastig om te proberen.
Er gingen gelukkige maanden voorbij, de winter was net voorbij en de lente kwam weer vanachter de donkere wolken vandaan.
Het was een zonnige dag, we hadden die ochtend een heerlijk ontbijtje gegeten. Een tosti met ham en kaas en een hard gekookt eitje. Haar favoriet. Al vrij snel vertrokken we na ons ontbijt naar het tuincentrum, omdat we graag de tuin weer wilden opvrolijken. De winter had de tuin nogal pijn gedaan.
Later die middag, terwijl ik bezig was in de tuin, met het planten van nieuwe bloemen die Chantal had uitgezocht, ging mijn telefoon. Ik weet nog dat mijn eerste gedachte was dat het Chantal zou zijn. Ze ging boodschappen doen en ze belde weleens vaker als ze twijfelde of we een bepaald product nog hadden liggen of niet.
Maar in plaats van haar naam, was het een nummer. Ik weet nog goed dat ik zonder enige sympathie de telefoon opnam, omdat ik meestal geen zin had in mensen die mij belden.
Het was de politie.
De woorden schoten als kogels in mijn oren, het was het pijnlijkste gevoel wat ik ooit gevoeld had. Ik ervaarde nog meer pijn dan toen ik te horen had gekregen dat ik kanker had.
Chantal liep onschuldig over het zebrapad, en een één of andere gek (dan houd ik me nog aardig in) had haar aangereden. Haar leven werd abrupt van haar afgenomen. En deels ook van de mijne.
En in het bejaardenhuis werd ik langzaam alleen maar eenzamer. Ik vond de plek maar niks. En met alleen maar ouderen om mij heen, die amper een gesprek konden voeren, had zeker geen positief effect op mij. Boris was en is nog steeds de enige die mij nog levendig hield. En tijdens de momenten dat ik aan het wandelen ben met Boris, krijg ik automatisch een gelukkig gevoel. Ik voel me dan vrij. En hoe meer ik besef dat bezig blijven wel een positief effect op mij heeft, heb ik besloten niet langzaam af te sterven. Ik wil doorgaan, ongeacht dat ik weet dat mensen mij voor gek zullen verklaren. Daarom is zwijgen soms beter.
Ik pak mijn grootste tas en hijs hem over mijn schouder. Met een kleine tas in mijn linkerhand en het touw die verbonden is aan Boris in mijn rechterhand, verlaat ik via de achterdeur het appartement. Doordat mijn appartementje op de begane grond is, kan ik via de mini tuin het terrein verlaten.
Daar liep ik dan, om half zeven in de ochtend. In alle stilte. Ik doorbrak de stilte omdat ik mijn lach niet kon inhouden.



Opmerkingen