Een onverwachte vriendin
- onceaweeknl
- 25 jul 2021
- 3 minuten om te lezen
Boem. Krak. Boem.
En in één seconde ging ik van een diepe slaap naar positie klaarwakker. Ik keek om mij heen. Wat was dat? Het gebeurde niet vaak dat ik bang was.
Ik hoorde gerommel uit mijn kledingkast. Was het niet gewoon de kat? Die stiekem haar kamer was binnen geslopen en het leuk vond om haar zo vroeg in de morgen wakker te maken. En dat terwijl het weekend is. Niet grappig.
Ik besloot dat het onze kat was en sloeg mijn deken van mij af. Zonder enig geluid proberen te maken, stap ik mijn bed uit en loop ik stilletjes richting de kast. Er is geen geluid meer te horen uit de kast.
‘Uh, ben jij dat Poes?’ Mijn stem klonk toch niet zo overtuigend als mijn gedachte. En in een bliksemschicht vlogen de deuren van de kast open.
‘Heb jij een poes?!’
Het was een meisje, ze zat op mijn benen en haar ogen keken mij recht aan. Mijn hart ging tekeer. Ik had dit meisje nog nooit gezien.
‘W-Wie ben j-jij?’ De vraag rolde nog maar net over mijn tong. Het meisje was even stil. ‘H-Het spijt me, volgens traditie hoor ik je wakker te maken. Maar dit is mijn eerste keer, en ik durfde niet echt. En toen liet ik ook nog iets vallen, d-dus ik verstopte mezelf in de kast.’
Nu was ik even stil. Wat? Wat is dit? Slaap ik misschien niet gewoon? Is dit een droom?
‘Nee, dit is geen droom.’ Zei het meisje ineens. Ik dein achteruit. ‘Ik zei helemaal niks.’ Zei ik zachtjes.
Het meisje glimlachte. ‘Mijn taak is om mensen te helpen.’ Vertelde ze. Ik fronste mijn wenkbrauwen. ‘Ik bezit nu al jouw onzekerheden en nare gedachtes. Zodat jij gelukkig bent.’ Ging ze verder. Ze keek me aan met een blik alsof het makkelijk te begrijpen was, en ik stom leek.
‘Mijn moeder zegt dat iedereen onzeker is.’
Yes, lekker. Goed onthouden.
Het meisje lachte.
Oh ja. Op één of andere manier kon ze mijn gedachtes lezen.
‘Daarom ben ik ook niet de enige die de mensheid een klein beetje helpt. We zijn met z’n honderden.’
‘En waarom nu? Waar kom je vandaan? Dit is niet echt, toch?’ Ik raak langzamerhand in paniek.
‘Shh, het komt goed. Ik ben hier om je te helpen.’ Ze probeerde me te kalmeren. ‘Mijn naam is Twix, van de chocoladereep.’
‘Nee, dit is niet echt. Het gaat goed.’
Ze lachte, nu hardop. ‘Geen grapjes, ik kan je gedachtes lezen.’
Ik zucht. ‘Oké, wat is je eerste les?’ Ik gaf me over. En net op dat moment hoor ik iemand naar boven lopen. ‘Snel, vlug, de kast in!’ Twix rent zo snel als ze kan richting de kast, en als de deur van mijn kamer open gaat, sluiten de deuren van mijn kledingkast.
‘Hey, alles goed? Lekker geslapen? Papa en ik hebben beneden het ontbijt klaar staan.’ Mama kijkt even naar de kast. De zweetdruppels ontstaan op mijn voorhoofd. Ze kijkt me vragend aan. ‘Ja, ik kom eraan.’ Ik loop weer richting mijn bed en begin met het netjes leggen van mijn dekbed. ‘Even dit afmaken.’
Mama lacht. ‘Heeft iemand je ineens opgevoed?’ Vraagt ze. ‘Nee.’ Zeg ik vlug. ‘Oké, dan zie ik je zo.’ En loopt daarna de trap af.
Ik sluit mijn kamerdeur als ik zeker weet dat ze beneden is.
Twix komt weer tevoorschijn zodra ik op bed zit. Ze kijkt me aan. ‘Wij worden beste vriendinnen.’ Ze knipoogt.



Opmerkingen