Kat de kat
- onceaweeknl
- 29 aug 2021
- 2 minuten om te lezen
De namiddag was aangebroken. De klok had ondertussen wel een miljoen, misschien al wel een miljard keer getikt sinds mijn menselijke vriend weg was gegaan. Maar altijd komt hij terug. Doordeweeks altijd in de namiddag, waarna ik hem troost bied, omdat hij niet lekker in zijn vel zit. Op werk niet, en omdat hij sinds een korte tijd alleen met mij woont.
Hoe ik dit allemaal kan weten?
Ik ben een kat, en wij katten, wij zijn meer dan alleen een schattig dier met een pluizige vacht.
We miauwen, blazen, spinnen en ga zo maar door, naar onze menselijke vrienden. Maar verstaan doen we jullie wel.
In de weekenden is hij elke avond weg. En als het dan weer ochtend is, als de zon bijna opkomt, komt hij thuis. Maar, slapen lukt dan niet altijd. Ik ben er natuurlijk.
Vandaag is het donderdag.
En zoals altijd heb ik gelijk.
Met een gebroken blik komt hij binnen. Zoals altijd groet ik hem vrolijk. Arme stakker. Hoe langer en afgrijselijker zijn baard wordt, hoe meer de katten uit de buurt naar hem zullen blazen.
Ik probeer mijzelf in te houden. Ik ben er voor hem. Dat is nou eenmaal mijn taak naar mijn menselijke vriend toe die tenslotte mij elke dag te eten geeft.
Daarnaast heb ik het luxe leventje waar ik maar al te goed van geniet.
En toen de avond was aangebroken, en mijn luidruchtige vriend op de bank ligt te snurken, sluip ik zoals elke avond naar buiten. Tijd voor wat er die avond mij ook tegemoet komt.
Luidruchtige honden, schreeuwende mensen, de dagelijkse kattengevechten. Die mis ik zelden trouwens.
Terwijl ik rustig in een bosje mijn behoefte aan het doen was, hoor ik ineens geritsel uit de bosjes.
āWie is daar?ā
Uit het niets belandt er een vreemdeling op me. Ik blaas het uit, en mijn nagels zijn onderweg naar zijn of haar gezicht.
āKAT?!ā
Is dit echt?
Gelijk trok ik mijn nagels terug.
āKAD?!ā
Ik kon het niet geloven.
āIk dacht dat ik je nooit meer zou zien.ā Ik was verbaasd, vol ongeloof. Ik zag mijn beste maatje weer sinds maanden. Ik wist niet hoe het al die tijd met hem ging.
āIk kwam een charmante dame tegen. Ze gaf me eten en nam me mee. Geen straf eerlijk gezegd.ā Vertelde Kad. āZe vertroeteld me als de beste.ā
āWat doe je hier? Hoever woon je hier vandaan?ā Vroeg ik hem. āIk zal je een mooie plek laten zien.ā Zei hij terug.
De hele avond zaten we muizen achterna in een grote schuur vol hooi. Daarna genoten we van het uitzicht op het dak. We spraken over van alles, net als vroeger. Nu overdrijf ik, een aantal maanden geleden dan.
Rond middernacht kwam ik terug, en hij was bijna niet verplaatst op de bank sinds ik weg was gegaan. Ik kon wedden dat hij zijn wekker weer eens niet had gezet. Dat wordt morgen weer als wekker spelen.
We redden jullie net als jullie ons redden.
We houden net zoveel van jullie, als jullie van ons.
Maar, meer een hondenliefhebber?
Het is okƩ als je mij niet mag.



Opmerkingen