Kattenbezoek
- onceaweeknl
- 8 aug 2021
- 2 minuten om te lezen
De avond was gevallen, en langzamerhand wordt het elke avond iets kouder als de vorige. Dit is één van mijn favorieten periodes uit een jaar. De zomer neemt op zijn gemakje afscheid, terwijl het najaar steeds dichterbij komt. Je merkt het aan alles.
Aan de bladeren van de bomen, die van kleur veranderen. En met name ben ik verliefd op onze mooie eikenboom die waakt over onze buurt. Het is een reus. Wel een mooie reus, niet zo’n viezerik die je tegenwoordig in alle films ziet.
De specifieke geur die verrukkelijk is om in te ademen. En de geur is elk jaar hetzelfde.
In de avond kan ik nog lekker met mijn blote voeten in mijn slippers lopen, maar heb ik, als we in de avond nog buiten zitten, wel een vest nodig. Uiteindelijk zorgt de wijn dat ik het zelfs iets warmer krijg.
Afgelopen avond hebben we met zijn drietjes een promotie van mijn man gevierd. Onze dochter van twee jaar oud kon er niks van begrijpen, maar de gezellige sfeer zorgde al voor een glimlach op haar gezicht.
Na een aantal maanden hebben we eindelijk weer eens samen gekookt. Hij was zo druk met zijn werk, dat er veel van onze vrije tijd moest worden opgeofferd. Helaas. Maar het is voorbij. Voor nu dan, dus ik besloot gelijk die gedachte weg te zeggen en te genieten van alles waar ik dankbaar voor ben.
Het was al laat in de avond en onze kleine meid hadden we nog niet in bed gestopt. Terwijl Mark de tafel aan het afruimen is, en ik ondertussen automatisch de vaatwasser gelijk inruim, gaat mijn hart in ineens vele malen sneller als gewoonlijk.
’Mark.’ Zeg ik eerst zachtjes, ik krijg amper iets over mijn tong gerold. Gelukkig stijgt mijn moederinstinct, en de tweede keer schreeuw ik zijn naam, als gevolg dat één van onze borden op de grond klettert.
‘Waar is ze? Het is zo stil!’ Roep ik ongerust. Gelijk zie ik ook de paniek in Mark zijn ogen. Waar was ik met mijn gedachten? Ships, teveel wijn op.
Ik kijk vluchtig op elke vierkante meter van de woonkamer. Maar, ook de kussens vliegen door de lucht.
Niet in de woonkamer.
Ik communiceer met Mark dat ik boven ga zoeken en hij beneden blijft rond speuren.
Haar kamer is leeg, en ook haar namen roepen levert geen resultaten op. Naast het kabaal dat wij veroorzaken is het muisstil.
‘Schat! Kom naar beneden! Ik heb d’r gevonden!’
Ik heb nog nooit zo snel de trap afgelopen.
In de keuken, zie ik Mark in de deurpost staan die leidt naar de tuin. Al snel sta ik naast hem. ‘Is ze hier?!’ Vraag ik. Onnodig, want al snel zie ik haar gehurkt zitten in de tuin.
Ze kijkt vol bewondering naar een kat die gewoon op zijn gemakje voor haar zit te drinken. Ze merkt niet eens dat wij hier zijn gaan staan.
‘Hoe? Hoe heeft ze dit?’ Fluistert Mark zachtjes in mijn oor. ‘Misschien moeten wij ook een kat nemen.’ Ik glimlach richting mijn kleine meid.



Opmerkingen