Konijn kan weer lachen
- onceaweeknl
- 26 dec 2021
- 6 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 1 jan 2022
Het is bijna zover. Nog twee nachtjes slapen en dan is het… kerst! Zoals elk jaar is Eekhoorn beren enthousiast. Elk jaar is het een feest. Met alle dieren uit het bos, nou ja bijna alle dieren, vieren ze gezamenlijk het kerstfeest. Sommige dieren zijn weg tijdens de feestdagen, of sommige vieren het liever alleen. Maar als er iemand is die geen kerst in haar eentje wilt vieren is dat Konijn wel. En, omdat het kerstfeest enige voorbereiding nodig heeft, doet ieder minimaal één taak. Elk jaar moeten tientallen tafels vol staan met lekkers. Ook zorgen we ervoor dat de versiering elk jaar nog mooier is. En er worden uitnodigingen gemaakt en verstuurd… en nog veel meer!
Eekhoorn sprint en rent door de hoge bomen van het bos, onderweg naar het huis van Konijn. Konijn maakt altijd de beste salades. En het is al een tijdje stil geweest. Iets klopt er niet. Konijn barst altijd van de energie, en een week van te voren roept ze door heel het bos dat het bijna kerst is.
Eenmaal bij haar thuis, is het muisstil. Geen geluid, geen licht… helemaal niks. Mijn voorgevoel wordt bevestigd. Iets klopt er niet. “Konijn,” fluister ik eerst zachtjes. Geen reactie. “Konijn?! Ben je daar?!” Roep ik nu zo hard als ik kan. Weer geen reactie. Er beginnen zweetdruppels te ontstaan op het voorhoofd van Eekhoorn. Zijn hart begint sneller te kloppen. Vervolgens wil hij geen minuut stilstaan en gaat opzoek naar de andere dieren in het bos.
Op de jaarlijkse plek waar we met z’n allen kerst vieren, staan er al een paar tafels en stoelen klaar. Toevallig zit Vos aan tafel, voor zich uit aan het staren. “Vos?” Ik kijk hem aan, zonder paniek uit te stralen. Vos schrikt door mijn aanwezigheid. “Oh hey, Eekhoorn!” hij draait zich om. “Moet jij geen noten gaan verzamelen? De schaal is nog leeg.” Ratelt hij er gelijk achteraan. Typisch Vos. Zelf niks doen, maar andere wel kunnen commanderen. Ik knik en probeer zoals altijd zijn gedrag te negeren. Normaal zou ik hem zelden om hulp vragen, maar Vos is nou eenmaal snel met zijn benen. En als er iets met Konijn is… stel je voor dat iemand haar… nee ik wil er niet aan denken. Maar er zijn altijd geruchten in het bos geweest dat Vos een mens heeft gedood. Een mens!
“Hoe moet ik dit zeggen…” begin ik met een trillende stem. Vos trekt zijn wenkbrauwen op en staat op van zijn stoel. “Heb je geen vlees dit jaar?” Vraagt Vos bezorgd. “Nee! Ja, jawel! Vos dat is het niet! Ik kan Konijn niet vinden… en ze is dol op kerst! Er klopt iets niet!” Schreeuw ik de woorden uit mijn lijf.
Eindelijk lijkt het alsof Vos een hart heeft, want zijn pupillen worden groter en hij lijkt echt geshockeerd. Maar niks is minder waar. “Dus we hebben geen lekkere salades met kerst dit jaar?” vraagt hij. Ik zucht en vloek en zucht nog een keer. “Vos, wees eens een keer nuttig. Konijn is zoek! En jij denkt enkel aan haar salades.” Zeg ik vol verdriet. Vos is even stil. “Dus als ik meehelp, en we vinden Konijn, kan ze dan alsnog de salades klaarmaken?” Vraagt Vos met volle hoop. Ik slaak een zucht. Het liefst wil ik hem slaan. Maar ik houd me in. Straks heeft ie mij te pakken. Ik knik voorzichtig. “Ja dat doet ze vast,” zeg ik met enige twijfel in mijn stem. Maar Vos is niet de slimste van het stel, en gaat al snel akkoord met mijn opdracht. Vervolgens gaan we met z’n tweeën verder op pad.
We zoeken overal, onder elke steen, achter elke boom en we vragen zelfs de vogels of ze even vanuit de lucht kunnen kijken of ze haar zien. Maar nog altijd geen resultaat. Na een aantal uur begon het langzaam te sneeuwen. En Vos begon met zeuren. “Ik heb geen zin meer,” zei hij ongeveer elke vijf minuten. “Ik weet het. Maar je wilt toch zo graag haar salades met kerst?” Kaats ik terug. Vos zucht. “Haar verdomd lekkere salades,” mompelt hij gefrustreerd. “Kom, we gaan wel even naar mijn huis. Is niet ver van hier.”
“Ik heb nog nooit jouw huis gezien, Eekhoorn.” Doorbreekt Vos de stilte na een aantal meter. “Eens moet de eerste keer zijn, hè?” Ik glimlach, maar vanbinnen sterf ik af. Konijn is kwijt en ik zit al uren vast aan die vos. En elke minuut langer zonder Konijn, maakt de situatie alleen maar erger.
Al snel komen de twee aan bij het huis van Eekhoorn. Eekhoorn klimt omhoog en Vos zet zijn voorpoten tegen de boomstam. Als Eekhoorn bij zijn voordeur aankomt, hoog in de boom, hoort hij de stem van Vos. “Ik kan toch helemaal niet zo hoog klimmen!” Roept hij boos. “Ik neem wel wat lekkers mee,” antwoord ik terug. En zoals altijd maak je Vos tevreden door te zeggen dat hij wat lekkers krijgt. Als een brave hond wacht hij beneden.
Terwijl ik koffie klaarmaak in de keuken, hoor ik vanuit mijn slaapkamer zachtjes het geluid van iemand die moet huilen. Ik schrik me een hoedje en laat mijn favoriete koffiemok op de grond vallen. Ik woon alleen, dus mijn hartslag vliegt weer omhoog. Met langzame passen loop ik richting mijn slaapkamer.
Zodra ik haar konijnenoren zie, herken ik haar meteen. “Konijn!” Roep ik blij. Ze schrikt, draait zich om en huilt weer verder. Ik snap er helemaal niks van. “Konijn, ik ben het…” fluister ik in haar oren, als ik naast haar kom zitten. Met haar droevige blik kijkt ze me weer aan. “Eekhoorn, ik weet niet wat er met mij aan de hand is. Ik moet al sinds maandag alleen maar huilen, en als ik probeerde de salades klaar te maken voor het kerstfeest, proefde ze alleen maar naar mijn tranen. Het houdt gewoon niet op, i-ik weet gewoon echt niet wat ik moet doen.” Vertelt ze me.
Even is het stil. En Eekhoorn probeert alles op een rijtje te zetten. Konijn moet sinds maandag huilen en kan niet meer stoppen. Terwijl Eekhoorn diep nadenkt, raakt Konijn nogmaals in paniek.
“Hoe moet ik nou kerst vieren? Ik huil constant, en huilen, huilen doe je niet op feestdagen.”
“Misschien is dit jaar anders. Misschien mag je nu wel huilen.” Zegt Eekhoorn om haar te troosten. Met zijn korte poot kan hij nog net zijn arm om haar nek slaan. “Maar wat als ik voor altijd blijf huilen?” Vraagt Konijn aan Eekhoorn. Helaas weet Eekhoorn daar geen antwoord op.
Samen gaan ze even in de woonkamer zitten, allebei met een kop koffie. “Je hield van die mok,” fluistert Konijn als de scherven op de vloer ziet liggen. Eekhoorn knikt stilletjes. “Gelukkig is het maar een mok,” zegt hij met een kleine glimlach.
Na een uur, en meerdere koppen koffie, omdat Konijn steeds een nieuwe eiste nadat ze erin had gehuild, klonk daar de stem van Vos. Konijn schrok zich rot. Konijn mag Vos niet zo, omdat hij altijd driekwart van de salades eet. Gelijk probeert Eekhoorn haar te kalmeren. “Rustig, ik vroeg hem om hulp. We gingen samen opzoek naar jou. We waren erg ongerust.” Vertelt Eekhoorn. Snel biedt hij haar nog een kopje koffie aan. “Vos is ongerust om mij?” Vraagt ze stomverbaasd. Eekhoorn zegt volmondig ja, maar helaas is Konijn niet zo dom als Vos. “Oké, oké. Hij wilt geen kerst zonder jouw lekkere salades.” Vertel ik nu de waarheid. Konijn moet lachen.
“Hey! Je lacht!” Schreeuwt Eekhoorn. Samen springen ze uit hun stoel en dansen ze alsof ze nog nooit gedanst hebben. Ze staan op elkaars tenen, gooien kopjes om en Konijn is nog nooit zo energiek geweest. “Waar komt al mijn energie vandaan?!” Schreeuwt Konijn door het dansen heen. “Omdat je je lach weer terug hebt!” Schreeuwt Eekhoorn terug.
Nogmaals is nu de stem van Vos te horen. En hij klinkt niet echt blij. Samen verlaten ze het huis van Eekhoorn. Eenmaal op de grond, zit Vos onder de sneeuwvlokken. “Is dat je outfit voor het kerstfeest?” Vraagt Konijn lachend. “Ha-ha. Erg grappig. Ik heb hier wel een uur in de kou gezeten. En Eekhoorn vind het blijkbaar niet nodig om even te vertellen dat Konijn is gevonden.” Vos klinkt erg geïrriteerd.
“Sorry, maatje. Maar hey! Jij krijgt zoals elk jaar weer haar lekkere salade.”
De woede van Vos worden door de woorden van Eekhoorn van zijn gezicht geblazen. En het zonnetje schijnt weer van zijn gezicht af.
“Ik zal dit jaar wel extra maken,” mompelt Konijn. “Oh, mooi! Sinds kort heb ik een vriendin, dus maak inderdaad maar het dubbele.” Zegt Vos vol enthousiasme. Konijn en Eekhoorn zuchten.
“Misschien wel drie keer het dubbele trouwens.”



Opmerkingen