Op een dag
- onceaweeknl
- 18 apr 2021
- 2 minuten om te lezen
Één keer in de maand, ga ik naar de boekhandel van de stad. Voor mij een topwinkel. Voor mij een ruimte om tot rust te komen. Helaas heb ik de winkel nooit voor mij alleen.
Een grote ruimte, met alleen maar boeken. Grote kasten, waar je uren naar kunt kijken. Van onder naar boven, van links naar rechts. Door alle boeken zie je bijna de kasten niet meer.
Ik ga maar één keer in de maand, omdat ik altijd een boek aanschaf als ik bij de boekhandel ben. Het is net zo iets als verslaafd zijn aan kleding kopen. Dus, eenmalig in de maand, zodat mijn portemonnee in leven blijft.
Vandaag is weer mijn happy day. Ik grijp mijn muts van de kapstok en verlaat het huis. Met mijn billen eenmaal op het fietszadel, vertrek ik richting de stad.
Ik plaats mijn fiets dichtbij de winkel. Ik kom eventjes op adem als ik eenmaal binnen ben, want het weer zat niet erg mee. Het is een onstuimige dag, maar toch zie ik gelijk dat het behoorlijk druk is.
En dan begint pas het echte werk.
Elk gebied krijgt van mij de kans, dus ook de kinderboeken. Daar kom ik als eerst terecht. Ik bewonder alle leuke, grappige titels van de boeken. En oh, wat kan ik smullen van bepaalde illustraties. Love it.
Dan door naar de romans. Vervolgens fictie. En ondertussen zie ik op mijn horloge dat ik hier nu al een klein uurtje aan het ronddwarrelen ben.
Bij de laatste bestemming van de elfstedentocht, bij de non-fictie boeken, zoek ik een boek waar ik laatst iets over had gelezen. Met mijn havik ogen, vind ik het boek al snel. Bij het lezen van de achterkant, weet ik al vrij snel dat ik dit boek aanschaf voor de enorme kasten bij mij in huis.
Ik reken het boek af bij de kassa en besluit bij het restaurant van de winkel nog even te genieten van de mensen om mij heen. Met een gebakje en een kopje koffie, ben ik al ongeduldig in het boek begonnen met lezen. Ik had mezelf nog zo beloofd, dat ik eerst andere boeken moet uitlezen, voordat je aan een nieuwe begint. Ah fijn, missie gefaald. Want, al snel leg ik die gedachte naast mij neer.
Na een paar bladzijdes stop ik het boek weer weg en kijk ik om mij heen.
‘Op een dag staan mijn boeken ook in al die prachtige, houten reuzenkasten.’
‘Op een dag zullen mensen mijn boeken gaan zoeken.‘



Opmerkingen